Fooi
Een vakantieverhaal over een klein jongetje en een fooi geven.
Vakantie
Hij zal ongeveer acht jaar zijn geweest; mijn enige kind. Ieder jaar nam mijn moeder ons in de herfstvakantie mee naar zo’n ultra all-inclusive resort in het buitenland. “Alleen het eigen bloed”, zei mijn moeder, “al het aangetrouwde blijft thuis.” Voor een kind van die leeftijd is het een hele belevenis zo’n reis. Het feest begint al in het vliegtuig want in mijn tas zaten allerlei kleine cadeautjes verstopt die om de zoveel tijd tevoorschijn kwamen om hem maar op zijn stoel te laten blijven zitten en niet als een stuiterbal door het hele vliegtuig te laten denderen. Voor degene met kinderen denk ik heel herkenbaar 😉.
Resort
Eenmaal op het resort, meestal gelegen aan de Turkse Riviera, aangekomen werd er eerst een uitgebreide ontdekkingstocht gehouden. Waar is het zwembad? Waar zijn de uitgebreide buffetten met vooral de friet en ijsjes? Wat is er allemaal te doen? Hoe laat en waar is de animatie? De hotelkamer, het uitzicht of omgeving interesseerde hem geen ene reet. Ongeduldig sleepte hij ons zo snel als mogelijk mee naar het zwembad. Niets vervelends aan voor ons om hem gade te slaan in het water met in onze hand een tropische cocktail. Life is good! Voor een weekje althans, langer houd je het echt niet vol en raak je compleet verzadigd aan al die overdaad drank en voedsel.
Obers
De obers op het resort vonden het machtig interessant twee van die blonde Hollands glorie dames die alleen zonder man op pad waren. Aan aandacht ontbrak het ons zeker niet en als het glas maar leeg dreigde te raken stonden ze alweer naast je: “another one pretty lady?” en sommige van hen spraken een gebrekkig woordje Nederlands. “Spaatje erbij”, zei hij tegen mijn moeder. Niet in de laatste plaats liepen ze zo hard om de gebruikelijke fooi die ze kregen. Het trucje was om zoveel mogelijk muntgeld te verzamelen en dat dan vervolgens weer om te ruilen in briefgeld waarop het fooienspel vervolgens weer van voor af aan begon.
Restaurant
De andere medewerkers van het hotel hadden wat minder mazzel met de fooitjes en moesten het hebben van de zogenaamde tipboxen die her en der in het restaurant verspreiden stonden. Mijn zoontje vond het sowieso al die tijd heel raar dat wij zomaar aan vreemde mensen steeds geld gaven. Wij probeerden hem uit te leggen dat het voor deze mensen in dit land een extra bron van inkomsten was en dat ze waarschijnlijk kindjes thuis hadden die ook wel eens in zo’n mooi zwembad wilde zwemmen. Dat vond hij wel een mooi aannemelijk verhaal en wilde zijn bijdrage wel leveren door wat in de tipboxen te doen in het restaurant voor de koks of de afwassers of schoonmaaksters.
Met zijn knuistjes gevuld met muntstukken stiefelde hij op de tipboxen af om vervolgens hevig teleurgesteld terug te keren. Hij gooide de muntstukken op tafel en zei verontwaardigd “je denkt toch niet dat ik geld ga geven aan het servies”.
Het duurde heel even voordat bij ons het kwartje viel….. tot op de dag van vandaag kunnen we er nog smakelijk om lachen en hee, geef mijn zoontje eens ongelijk.
Meer waargebeurde belevenissen lezen? Klik hier.
Geef als eerste een reactie